Annejet van der Zijl – Joost Zwagerman: lieve jongen uit Alkmaar + KunstNetTV – Waarom Joost Zwagerman Alkmaar verliet + HALStad Centraal – Gedenksteen Joost Zwagerman onthuld

Joost Zwagerman: lieve jongen uit Alkmaar

Er is, denk ik, geen gelegenheid, waarbij de geschiedenis zich zo nadrukkelijk opdringt als bij het overlijden van mensen. En dat geldt zowel voor de kleine, persoonlijke geschiedenis, die je met elkaar deelde, als voor de Grote Geschiedenis.

Zo heb ik sinds het overlijden van Joost Zwagerman voortdurend beelden op mijn netvlies van L’Entree, de bar in de Reguliersbreestraat, die begin jaren negentig gold als de hotspot van de jonge creatievelingen. Het was de tijd van de cocaïne en de daarbij behorende onbeschaamde ambities, van Bright Light Big City van Brett Easton Ellis, Tom Wolfes Het Vreugdevuur der IJdelheden en van het Amerikaanse maandblad Vanity Fair – toen op zijn best en meest arrogant.

Ik zie ze nog staan, rokend en drinkend, in het wazige gouden licht, dat sinds het rookverbod in de horeca voorgoed verleden tijd is. Al die twintigers, allemaal vol van zichzelf en hun plannen. Kunstenaars als Peter Donkersloot en Rob Scholte; fotografen als Peter Gramberg, filmmakers als Theo van Gogh, Haagse Post journalisten als Ad Fransen en Henry de By, en schrijvers zoals Martin Bril en Joost Zwagerman. Rijk en beroemd zouden ze worden, de wereld veroveren met hun rauwe, cynische werk. Dat hele café barstte werkelijk van ambitie uit elkaar.

Dat ik een van de weinigen was, die dacht, dat de toiletten – als ik me goed herinner links vooraan bij de voordeur, lekker handig voor de koeriertjes – er alleen maar waren om te plassen, realiseerde ik me pas later. Maar ik hoorde er dan ook niet echt bij. Ik was slechts, en tamelijk kortstondig, het vriendinnetje van één van die jongens en mocht weleens met hem mee. Maar samen het etablissement verlaten deden we zelden. Ik herinner me nog de rust van nachtelijk Amsterdam als ik was weg geglipt uit al die herrie met zijn vage belofte, dat hij nog zou komen.

Het was de tijd van cocaïne en onbeschaamde ambities

Dat was overigens vaker wel dan niet pas ergens de volgende ochtend, want het feest, dat in L’Entree begon, eindigde meestal in discotheek Richter in dezelfde straat. Om in de loop van de ochtend erna met veel koffie en spiegeleieren opgepakt te worden bij café Het Paleis aan het Singel – ook al zo’n icoon van die periode. En dan, bij voorkeur via Grand Café Luxembourg aan het Spui, avond aan avond verder te gaan in de Reguliersbreestraat. Ja, dat waren nog eens tijden.

Ik geloof niet, dat ik destijds ooit maar een woord gewisseld heb met Joost, die net zijn daverende entree in de letteren had gemaakt met Gimmick. In L’Entree verzamelde hij zijn inspiratie voor opvolger Vals licht, het boek waarvan mijn toenmalige vriendje samen met Theo van Gogh een filmscenario maakte. Om de een of andere onduidelijke reden – waarschijnlijk, omdat ik voor ze kookte – deden ze dat op mijn zolder, maar met de grote schrijver confereerden ze natuurlijk bij Luxembourg, en ook toen ontmoette ik Joost niet echt.

Dat kwam pas later, toen het allang uit was tussen mij en dat vriendje, en eigenlijk ook tussen mij en de journalistiek. De millennium viering was in zicht, L’Entree was al jaren gesloten en van de meeste van die breedsprakige twintigers hoorde je nauwelijks meer iets. Wél van Joost, die zijn opmars in de literatuur met bravoure had voortgezet en altijd vol belangstelling was voor nieuwe schrijvers aan het firmament. En toen viel hij me eigenlijk pas echt op. Want hij zei iets wat eigenlijk niemand uit die L’Entree periode over zijn lippen leek te kunnen krijgen, toen ik succes kreeg, en nog heel oprecht ook: ‘Wat léúk voor je!’

Vier woorden, die alle verschil maakten. Joost was áárdig. In wezen gewoon een lieve jongen uit Alkmaar, besloot ik, nadat ik hem vaker had ontmoet in de carrousel van festivals, boekenbals en andere festijnen, waaruit het schrijversleven nu eenmaal bestaat. Maar ook toen al was hij altijd snel weer weg. Want haast. De laatste keer, dat ik hem tegenkwam was afgelopen zomer, in een nu heel trendy restaurant in de Amsterdamse binnenstad. Mooi pak, mooie vriendin, dacht ik, terwijl hij een nogal koortsachtig verhaal tegen me hield.

En nu is hij verdorie weer snel weg. Véél te snel. Verpulverd in het Feest der IJdelheden, waar hij toen in L’Entree al zo gretig aan meedeed. Bij zijn afscheidsdienst hoorde ik prachtige woorden over zijn grote betekenis en verdiensten voor van alles en nog wat, en vooral de Cultuur met een hoofdletter C. Terwijl ik alleen maar kon denken: wat ontzettend zonde van die aardige jongen uit Alkmaar.

Annejet van der Zijl is schrijver en historicus. Ze publiceerde onder meer Sonny Boy, Anna, Gerard Heineken en De Amerikaanse prinses. In deze rubriek schrijft ze over historische personen.

Historisch Nieuwsblad, Nr. 11, 2015

https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/44235/annejet-van-der-zijl-over-joost-zwagerman.html

Waarom Joost Zwagerman Alkmaar verliet

Gepubliceerd op 22 sep. 2016

KunstNetTV Interviewde stadsdichter Joost Zwagerman in april 2007 tijdens de festiviteiten rond 400 jaar Alkmaarder Hout. Speciaal voor deze viering schreef hij het gedicht “Het Eeuwigdurende Park.” Plekken die hij daarin beschrijft zijn de bloemenklok, het hertenkamp en het kerkje van begraafplaats St.Barbara. KunstNetTV interviewde de schrijver op kenmerkende plekken in het park. Behalve waarom hij Alkmaar verliet vertelde Joost Zwagerman ook over zijn jeugdherinneringen en hoe hij het schrijverschap ervoer. Meer zien? Ga naar http://www.kunstnet.tv.

Reacties:
https://www.youtube.com/watch?v=vv3bjV9IomQ

Gedenksteen Joost Zwagerman onthuld

Gepubliceerd op 29 jun. 2017

De Alkmaarder Joost Zwagerman heeft als schrijver, publicist en presentator veel betekend voor de Nederlandse literatuur en voor de kunsten, de beeldende kunst in het bijzonder. Als eerbetoon is donderdagmiddag een gedenksteen aan de gevel van Bibliotheek Kennemerwaard.

In de vormgeving van het gedenkteken staat het boek centraal, waarbij verschillende kleuren natuursteen gebruikt zijn. Beeldend kunstenaar Pieter Bijwaard uit Bergen heeft het ontwerp voor het gedenkteken gemaakt.

De typografie van de gehouwen tekst komt van grafisch ontwerper Stephan de Smet uit Amsterdam. Het geheel is uitgevoerd door Steenhouwer Haker uit Alkmaar.

Reacties:
https://www.youtube.com/watch?v=ahI-COpz7No