Anita Twaalfhoven – Versnipperde kunstreis

Pablo Picasso was een eigengereid mannetje en Wassily Kandinsky een gevoelige dromer. Terwijl Marcel Duchamp van choqueren hield en Andy Warhol voor de wereld van glitter en glamour ging. In het boek ‘Wat een kunst’ snijdt Klaas de Jong de grootheden uit de moderne kunst voor jongeren op mensenmaat.

‘Wat een kunst’ is een grillig en kleurig vormgegeven boek voor jongeren over de ontwikkeling van de moderne kunst in de twintigste eeuw. Auteur de Jong koos het werk van een twaalftal kunstenaars, van Picasso tot web kunstenaar Jodi, die hij portretteert in de context van hun tijd. De omslag, een foto van een jongen in T shirt met daarop de reproductie van een kunstwerk, komt overeen met de foto’s van jongeren in de nota ‘Cultuur als confrontatie’ van staatssecretaris Van der Ploeg. In combinatie met de inleidende teksten vol gemaakte jongerentaal van Jet Manrho en de auteur zelf, belooft dit weinig goeds. Het lijkt een politiek correcte publicatie, die een snelle en oppervlakkige jongerenreis maakt door de wereld van de moderne kunst. Zo schrijft De Jong in zijn inleiding: “Je denkt al snel: ís dat nou kunst? Dat kan m’n kleine broertje ook!” Het is maar de vraag of jongeren in deze tijd nog zo tegen moderne kunst aan kijken.

Maar als je de verhalen over het leven en werk van kunstenaars als Picasso, Duchamp, Christo en Scholte doorleest, blijkt dit erg mee te vallen. De Jong weet de moderne kunstwereld in begrijpelijke taal en heldere beelden tot leven te brengen. Zo lezen we hoe de nog onbekende Picasso leefde in de Parijse wijk Montmartre, ‘waar het allemaal gebeurde’, om met zijn levensgrote werk ‘De jongedames van Avignon’ geschiedenis te maken. De werking van het toen nieuwe, vertekende perspectief legt de Jong leuk uit: “Je ziet haar zowel van voren, als van achter, als van opzij. Het is alsof Picasso om haar heen is gelopen en wat hij zag in één beeld heeft samen gesmolten.

De expressionist Kandinsky portretteert hij als een gedreven waarheidszoeker, die zijn diepste zielen roerselen vertaalt in vormen en kleuren. Daarbij legt hij een heldere link met de mystieke denkers over Atlantis, aura’s en de vierde dimensie in Kandinsky’s tijd.

Het idee om Marcel Duchamps denkbeelden over kunst te verhelderen in een gefingeerd interview is een minder gelukkige keuze. De Jong legt de anti kunstenaar wat oubollig puberale teksten in de mond als ‘We wilden de boel eens flink op stelten zetten!’ Duchamp signeerde tijdens een tentoonstelling van de Vereniging van Onafhankelijke Kunstenaars voor de grap immers ‘een ordinaire pisbak’ en stelde deze als kunst tentoon, de beroemde ‘Fontein’. Om de figuur Duchamp levendig neer te zetten had De Jong ook uit bestaande interviews kunnen citeren.

Soms zet hij de ideeën van de kunstenaars te veel naar zijn hand. Zo beschrijft hij Pop Art, met replica’s van etenswaren en geschilderde stripverhalen, als een ironische en kritische reactie op de Amerikaanse consumptiemaatschappij. Lang niet alle Pop Art kunstenaars deelden die visie.

In een ander hoofdstuk van het boek komt een ingewikkelde stroming als het abstract expressionisme, met kunsttheoreticus Clement Greenberg in de voorhoede, echter weer helder tot leven.

Na postmoderne beelden als ‘De ontembare neus’ en ‘Blonds prefer gentlemen’ van Rob Scholte eindigt het boek wat abrupt met de internetkunst van de relatief onbekende ‘Jodi’; waarom juist Jodi en niet bij jongeren populaire kunstenaars als Cindy Sherman, Damien Hirst of Micha Klein? En mis je een blik op de toekomst.

De aantrekkingskracht van het boek ‘Wat een kunst’ is, dat je met een paar uur lezen een sprekend beeld krijgt van de hoogtepunten uit de moderne kunst. Waarbij de belangrijke stromingen tot leven komen in persoonlijke portretten van herkenbare figuren. Maar door te kiezen voor ‘Twaalf toppers uit de moderne kunst’ blijft het beeld van de geschiedenis wat versnipperd. Jammer dat De Jong de puzzelstukjes tot slot niet in elkaar past in een vloeiend verlopend verhaal met een terugblik op de geschiedenis en een blik op de toekomst. Ook is het jammer, dat De Jong zijn lezers niet prikkelt om zelf hun ideeën en fantasie los te laten op kunst en op pad te gaan naar musea en galeries.

Met een andere inleiding en slotwoord, was dit alles echter gemakkelijk te ondervangen geweest en dan was ‘Wat een kunst – Twaalf toppers uit de moderne kunst’ zelf misschien ook een topper geweest.

Trouw, 9 februari 2001

https://www.trouw.nl/cultuur/versnipperde-kunstreis~af1afd79/